Als je je nek uitsteekt loop je grote kans dat iemand er expres over struikelt. Met andere woorden: als je de gevestigde orde bekritiseert, dan kun je tegenwind verwachten. En bijzonder vaak is dit een orkaan aan onredelijke en ongeldige argumenten.
Zo kom ik als voorvechter voor dierenrechten regelmatig de beschuldiging ‘hypocriete veganist’ tegen. Dit is een argument van de tegenpartij die vaak begint met de woorden ‘ja maar jij’, en die kan worden samengevat als ‘bent net zo slecht, dus je moet je mond houden’.
Dit argument wordt ook wel tu quoque genoemd, en weet je wat het mooie is? Het is een ongeldig argument.
Om alle wereldverbeteraars met mij te wapenen in de strijd tegen onrechtvaardigheid, krijgt iedere lezer van mij een bazooka heb ik dit artikel geschreven.
Sojamelk met Leren Schoenen
Laat ik beginnen met een verhaal. Een waargebeurde situatie waar ik laatst getuige van was toen ik in een koffietentje aan het werk was. Naast me zaten een man en een vrouw (ik schat begin vijftig, type ANWB-doelgroep) samen de menukaart af te speuren.
“Zouden ze hier ook sojamelk hebben?” vroeg de vrouw zich hardop af.
De man keek op van de kaart. “Waarom nou weer sójamelk,” vroeg hij korzelig. “Is dat gezonder ofzo.”
De vrouw haalde haar schouders op, nog steeds verdiept in het menu. “Nou, ik vind het gewoon lekker”.
Een stilte.
“En,” vervolgde ze, terwijl ze de kaart omdraaide, “het is beter voor de dieren. Daar mag jij ook wel wat vaker bij stilstaan vind ik, met iedere dag die worst op brood.”
De man slaakte een blaffende lach. “Nou dat vind ik wel hypocriet hoor!” Hij tikte met zijn voet tegen één van de plastic tassen naast het tafeltje. “Die schoenen die je net hebt gekocht zijn namelijk gewoon van leer.”
Onlogische Dooddoener
In eerste instantie klinkt het dat-is-hypocriet-argument terecht, als een soort kritische noot: “Practice what you preach”. Maar als argument in een discussie is het niet logisch. Sterker nog, het hypocrisie-argument is een dooddoener voor veganisten en andere wereldverbeteraars die voor hun idealen opkomen en zo de wereld een beetje beter proberen te maken.
In dit artikel leg ik uit hoe je omgaat met een zogenaamde tu quoque en lees je:
- Waarom het als argument nu precies ongeldig is;
- Waarom het schadelijk kan zijn;
- Wat je ertegen kunt doen.
Wat betekent Tu Quoque?
Tu quoque is Latijn voor “jij ook”. De woorden komen volgens het verhaal uit Ceasars mond, toen hij door een horde vijanden neergestoken werd en tegen zijn zogenaamde best buddy Brutus de woorden sprak: “Tu quoque, fili mi?”, wat zo ongeveer betekent: “Jij ook, mijn zoon?”. Brutus had er namelijk ook een dolk bij gepakt. [1]
Dit verhaal schijnt overigens verzonnen te zijn [2], maar goed.
Tu quoque word in het Nederlands ook wel jij-bak genoemd. Jij-bakken is zelfs een werkwoord [3]:
Ik jij-bak
Jij jij-bakt
Wij jij-bakken
Voltooid verleden toekomende tijd tweede persoon: gij zoudt gejij-bakt hebben. Uhu.
Tu Quoque klopt niet en geldt niet
Tu quoque is een ongeldig argument in een debat. Het speelt in op de persoon in plaats van inhoudelijk op de discussie, en is daarmee een zogenaamd argumentum ad hominem. Feitelijk zegt iemand: “Jij bent hypocriet en dus heb je geen recht van spreken.” Maar dit is niet logisch, en dus geen goed argument. Kijk maar even mee:
- Persoon A doet uitspraak X.
- Persoon B stelt vast dat de handelingen of uitspraken van A niet kloppen met uitspraak X.
- Daarom is X niet waar.
En, als we het toch over veganisme hebben, een ingevuld tu quoque argumentatieschema:
- Persoon A: “Door dierlijke producten te eten sponsor je dierenleed en daarom zou je dat niet moeten doen.”
- Persoon B: “Ja maar jij eet bespoten groenten en sponsort dus ook insectenleed.”
- Daarom is de uitspraak dat we zouden moeten stoppen met het eten van dierlijke producten omdat je daarmee dierenleed sponsort niet waar.
Punt 3 is een beetje vreemd, want het volgt niet logischerwijs uit punt 1 en 2. Al is persoon A nog zo’n insectonvriendelijk persoon, zijn argument kan nog wel gewoon kloppen.
Je kunt nog steeds een logische discussie voeren en tot een conclusie komen waar je zelf niet naar handelt. Neem nou iemand die zijn kinderen vertelt dat roken ongezond is en dat ze het nooit mogen doen, maar ondertussen een pakje per dag wegploft. Dat is natuurlijk op z’n minst irrationeel, maar dat betekent nog niet dat de stelling niet waar is. Roken ís ook ongezond, en het feit dat papa toevallig zijn zakcentjes graag aan zware Van Nelle slijt, betekent nog niet dat zijn kinderen dat ook zouden moeten doen.
De Hypocriete Veganist
Iemand die met het hypocrisie-argument op de proppen komt probeert zijn gelijk te halen door jou als persoon in diskrediet te brengen, in plaats van inhoudelijk op de discussie in te gaan. Door te suggereren dat de ander hypocriet is, leid je de aandacht van de beschuldiging af en hoef je niet te reageren.
Bij discussies over veganisme en dierenrechten is het ge-jij-bakkelij vaak niet van de lucht. Enkele populaire tu quoques op de stelling dat plantaardig eten beter is voor de dieren en de planeet zijn bijvoorbeeld:
- “Ja maar jij eet bespoten groenten en sponsort dus insectenmoord.”
- “Ja maar jij gebruikt nog gewoon medicijnen die op dieren zijn getest”
- “Ja maar jij hebt nog een leren jas in je kast hangen.”
- “Ja maar jij koopt wel kleding met kinderarbeid – mensen zijn ook dieren.”
- “Ja maar jij hebt een kat die vlees eet.”
Hoewel deze uitspraken op zichzelf goed zijn om over na te denken, zijn ze ongeldig als argument tegen de stelling dat pindakaas moreel verantwoorder broodbeleg is dan kalfsfricandeau. In sommige gevallen meent de jij-bakker zelfs dat jouw gedrag zijn gedrag rechtvaardigt. Hij gebruikt jouw ‘imperfecties’ om zijn eigen gedrag goed te praten. Daarmee is het een vorm van cognitieve dissonantie reductie, en neemt hij niet de verantwoordelijkheid voor zijn daden.
Jij bent ook niet perfect, dus mag ik doen wat ik wil.
Dat is natuurlijk onzin. Als iedereen zo zou redeneren, dan zou de wereld een complete puinhoop worden. Je hoeft geen Gandhi te zijn om een groentenburger te kopen, en je hoeft niet perfect te zijn om een punt te maken. Misschien ben je ook wel een hypocriete veganist. Sla je net als ik muggen dood, en koop je niet-biologische ‘kiloknallers’ bij de groentekraam op de markt. Maar dat betekent niet automatisch dat je argument niet klopt. Zelfs de grootste vleeseter kan een debat over veganisme winnen.
Dus heb ik hier een simpele strategie voor hoe je het beste om kunt gaan met het hypocrisie-argument.
Zo Reageer je op een Tu Quoque
- Blijf vriendelijk
- Geef je fout toe
- Herhaal je argument
Voorbeelden:
Ik koop niet altijd biologische producten, nee. Dat is iets om te verbeteren. Net zoals jij je kunt verbeteren op het gebied van plantaardig eten.
Ik ben ook niet perfect, dat weet ik. Toch neemt dat niet weg dat het mishandelen van dieren voor ons eigen plezier moreel onacceptabel is.
Gaat iemand door met jij-bakken?
Wijs hem of haar zo nodig (vriendelijk) op de drogredenering.
Het klopt dat ik ook niet altijd consequent handel, maar dat betekent nog niet dat mijn argument niet klopt. Een roker die meent dat roken ongezond is heeft ook nog steeds gelijk.
Is iemand niet voor rede vatbaar? Als je het leuk wil houden kun je het beste over wat anders beginnen, uit het raam staren tot de ander over iets anders begint, of desnoods weglopen met het excuus dat je even naar de wc moet. Al die vezels hè..
Niet doen:
- In de verdediging schieten (“Ja maar muggen…”)
- Terug jij-bakken (“Nou als er íemand een hypocriet is..!”)
- De ander beschuldigen (“Typische jij-bak weer dit!”)
- Boos of geïrriteerd reageren (“Jeeeeezus wat kinderachtig, zeg!”)
- Toegeven
Dat laatste deed de vrouw in het koffietentje trouwens ook niet. Toen de serveerster aan kwam lopen bestelde ze vrolijk een latte macciato met sojamelk. En haar man? Precies dezelfde.
Deze video legt de onzin van tu quoque ook nog even fijntjes uit:
0 reacties